Algemene voorwaarden voor de levering van diensten
Deze bepalingen maken integraal deel uit van de overeenkomst tussen Skillflex People bvba (met ondernemingsnummer 0669.836.567) of Adéquat Belgium NV (met ondernemingsnummer 0637738970) en alle andere vennootschappen die deel uitmaken van Skillflex of werken onder haar commerciële naam, en de inlener van wie de naam op de voorzijde van de overeenkomst wordt vermeld. Hierna genoemd het uitzendbedrijf.
1. Deze algemene voorwaarden zijn opgesteld overeenkomstig de van kracht zijnde wetgeving, namelijk de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, inclusief de van toepassing zijnde CAO’s van de Nationale Arbeidsraad en van het Paritair Comité voor de Uitzendarbeid (PC 322), en van het Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of-diensten leveren (PC 322.01), evenals de bepalingen opgenomen in het Wetboek Economisch Recht.
2. De uitzendkrachten van het uitzendbedrijf worden ter beschikking gesteld onder de voorwaarden die bij de aanvraag worden overeengekomen en onder de hierna bepaalde algemene voorwaarden, die integraal deel uitmaken van de overeenkomst tussen de inlener en het uitzendbedrijf en die zijn opgesteld overeenkomstig de wet van 24 juli 1987. Elke afwijking van deze algemene voorwaarden dient schriftelijk te worden overeengekomen.
3. Deze algemene voorwaarden - en in het bijzonder artikel 23 - gelden eveneens zodra de inlener een aanvraag toevertrouwt aan het uitzendbedrijf en het uitzendbedrijf kandidaten voorstelt aan de inlener.
4. Overeenkomstig de CAO 38 quater van 14 juli 1999 mag het uitzendbedrijf de kandidaten niet op discriminatoire wijze behandelen. Bijgevolg mag de inlener in zijn aanvraag alleen functierelevante criteria formuleren.
5. De inlener verbindt er zich toe bij aanvang en tijdens de duur van het contract alle noodzakelijke informatie en bovendien elke wijziging onverwijld en bij voorkeur schriftelijk mee te delen aan het uitzendbedrijf.
Dat houdt in dat de inlener onder meer de volgende gegevens aan het uitzendbedrijf meedeelt:
- de reden om een beroep te doen op uitzendarbeid en het al dan niet aanwezig zijn van een vakbondsvertegenwoordiging;
- de loonvoorwaarden van het vast personeel, met inbegrip van premies en diverse voordelen die gebruikelijk zijn in het bedrijf van de inlener, evenals de toekenningsvoorwaarden;
- de activiteiten, de werkpost en eventuele werkpostfiche, de vereiste beroepskwalificatie, het resultaat van de risicoevaluaties, het medisch toezicht en de persoonlijke beschermingsmiddelen;
- mogelijke situaties van staking of lock-out of andere vormen van tijdelijke werkloosheid;
- een eventueel arbeidsongeval;
- de werking van dimona, waarvoor alle informatie moet zijn doorgegeven voor de aanvang van de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht;
- de laattijdige aanwezigheid of de afwezigheid van de uitzendkrachten;
- de niet-hernieuwing van een opdracht.
De inlener is als enige aansprakelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit het niet, niet tijdig, onvoldoende of foutief doorgeven van deze informatie. Alle rechtzettingen en/of kosten die daardoor veroorzaakt worden, geven aanleiding tot bijkomende facturatie aan de inlener.
6. De inlener draagt de aansprakelijkheid voor de correcte toepassing van redenen en termijnen voor uitzendarbeid. In het kader van die redenen zorgt hij, in de door de wet bepaalde gevallen, voor de nodige toestemmingen en mededelingen in verband met het ter beschikking stellen van uitzendkrachten. Bij gebruik van het motief “instroom” zal de inlener maximaal 3 uitzendkrachten onder dit motief inzetten voor dezelfde vacante werkpost. In het kader van opéénvolgende dagcontracten garandeert de inlener dat dit verantwoord wordt ingevolge de nood aan flexibiliteit eigen aan zijn onderneming. De wettelijke sancties die desgevallend bij gebreke aan verantwoording ten laste van het uitzendkantoor worden gelegd, zullen aan de inlener doorgerekend worden aan dezelfde facturatievoorwaarden als deze die van kracht waren tijdens de terbeschikkingstelling.
7. Het uitzendbureau is in geen geval aansprakelijk voor de gevolgen van de afwezigheid en/of de laattijdige aanwezigheid van zijn uitzendkrachten.
8. De inlener kan geen beroep doen op de diensten van het uitzendbedrijf in geval van tijdelijke werkloosheid, staking of lockout in zijn onderneming. In voorkomende gevallen moet de inlener het uitzendbedrijf hiervan onmiddellijk en schriftelijk op de hoogte brengen. Het verplicht terugtrekken van de uitzendkrachten in deze gevallen geeft geen aanleiding tot het betalen van een schadevergoeding door het uitzendbedrijf aan de inlener.
9. Tijdens de duur van de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht bij de inlener draagt de inlener, overeenkomstig artikel 19 van de wet van 24 juli 1987, zorg voor de toepassing van de bepalingen van de wet inzake reglementering en bescherming van de arbeid die op de plaats van terbeschikkingstelling gelden. Hieruit volgt dat de inlener de uitzendkrachten op gelijke voet moet behandelen als zijn vast personeel, onder meer wat betreft arbeidstijd, arbeidsduurvermindering, compensaties, pauzes, feestdagen, zondagswerk, nachtarbeid, welzijn van de uitzendkracht op het werk, enz.
10. De burgerlijke aansprakelijkheid, bepaald in artikel 1384 alinea 3 van het Burgerlijk Wetboek, berust bij de inlener. De inlener is bijgevolg als enige aansprakelijk voor alle door de uitzendkracht aan derden berokkende schade. Het opnemen van een ‘clausule uitzendarbeid’ in de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid van de inlener wordt aanbevolen.
Het uitzendbedrijf is evenmin aansprakelijk voor de schade die de uitzendkracht aan de inlener berokkent tijdens en naar aanleiding van zijn terbeschikkingstelling bij de inlener. De aansprakelijkheid van het uitzendbedrijf is eveneens niet betrokken in geval van beschadiging, verlies, diefstal of verdwijning van materiaal, geld of goederen die aan de uitzendkracht toevertrouwd worden.
Het uitzendbedrijf is ook niet aansprakelijk voor de leningen of voorschotten, in natura of baar geld, die eventueel door de inlener aan de uitzendkracht werden toegestaan. Bovendien moet het terugvorderen van kosten die voortvloeien uit onder meer het gebruik van telefoon voor privé-doeleinden, het gebruik van maaltijden in het bedrijfsrestaurant, geoorloofde aankopen, enz. zonder de bemiddeling van het uitzendbedrijf gedaan worden.
11. Het uitzendbedrijf is gebonden door een middelenverbintenis en kiest de uitzendkracht naar de normen van een goed huisvader, op basis van de door de inlener meegedeelde kwalificaties.
Indien er een beroep wordt gedaan op een subcontractor voor het ter beschikking stellen van uitzendkrachten, worden deze uitzendkrachten finaal gescreend door het uitzendbedrijf, opdat de kwalitatieve normen die met de inlener zijn vastgelegd, gewaarborgd worden. Indien de inlener zelf de selectie van de kandidaat-uitzendkrachten uitvoert, dan kan de aansprakelijkheid van het uitzendbedrijf nooit ingeroepen worden. Hoewel het uitzendbedrijf de nodige zorg besteedt aan de selectie van de uitzendkrachten, is de inlener die vaststelt dat de uitzendkracht niet voldoet aan de door hem gevraagde functiekwalificatie, ertoe gehouden het uitzendbedrijf hiervan onmiddellijk op de hoogte te brengen, in ieder geval in de loop van de eerste arbeidsdag, en moet hij de werkzaamheden van deze uitzendkracht beëindigen.
De inlener verbindt er zich toe zijn besluit aan het uitzendbedrijf per aangetekend schrijven te bevestigen.
12. De uitzendkracht is door middel van een arbeidsovereenkomst verbonden met het uitzendbedrijf en hij blijft dus te allen tijde een loontrekkende van het uitzendbedrijf die onder het gezag en toezicht van de inlener ressorteert. Alhoewel de uitzendkracht onderworpen blijft aan de regelingen die de relaties tussen het uitzendbedrijf als werkgever, en de uitzendkracht als werknemer bepalen, moet de uitzendkracht zich tijdens de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van de opdracht die hem werd toevertrouwd, uitsluitend richten naar de richtlijnen van de inlener bij wie hij deze opdracht uitvoert.
13. Overeenkomstig artikel 10 van de wet van 24 juli 1987 hebben de uitzendkrachten recht op hetzelfde brutoloon, inclusief indexaties en conventionele verhogingen, premies, maaltijdcheques en andere looncomponenten alsof ze door de inlener in vaste dienst genomen zouden worden.
Op basis van artikel 5 van deze algemene voorwaarden dient de inlener deze loongegevens mee te delen aan het uitzendbedrijf. De inlener is als enige aansprakelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit het niet, niet tijdig, onvolledig of foutief doorgeven van deze informatie. Alle rechtzettingen en/of kosten die daardoor veroorzaakt worden, geven aanleiding tot bijkomende facturatie aan de inlener.
14. De uitzendkracht geniet hetzelfde niveau van bescherming als de andere werknemers van de onderneming voor wat betreft de arbeidsveiligheid en -hygiëne. De uitzendkracht mag slechts de werkzaamheden uitvoeren zoals die vermeld worden op de werkpostfiche of, indien geen werkpostfiche vereist is, zoals die vermeld worden in de bijzondere commerciële voorwaarden, meer bepaald in de beschrijving van de werkpost, de vereiste beroepskwalificatie en het resultaat van de risicoevaluatie. Overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 februari 1997 dient de inlener, in de vastgestelde gevallen, de werkpostfiche in te vullen en nog voor de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht aan Het uitzendbedrijf te bezorgen. Bij het opstellen van deze werkpostfiche heeft de inlener het advies ingewonnen van zijn preventiedienst en arbeidsgeneesheer. De inlener draagt (conform artikel 5, 4° van het koninklijk besluit van 19 februari 1997) de eindverantwoordelijkheid voor het ter beschikking stellen van werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen, evenals voor de reiniging, de herstelling en het behoud in normale gebruiksklare staat ervan, zelfs indien een afwijkende commerciële overeenkomst over de levering hiervan met Het uitzendbedrijf werd afgesloten.
De inlener mag de uitzendkracht dus alleen de taak opleggen waarvoor hij ter beschikking werd gesteld. Tenzij anders overeengekomen verricht de uitzendkracht geen werkzaamheden die geregeld worden door een bijzondere beschermingsreglementering, zoals ongezond, gevaarlijk, ondergronds werk en werkzaamheden op hoogte. Tenzij anders overeengekomen krijgt de uitzendkracht geen opdracht voor werk in het buitenland. Overeenkomstig art. 2 en 4 van de CAO van 8 september 1993 organiseert de inlener op het ogenblik dat de uitzendkracht zijn opdracht aanvat, de introductie en de aanpassing van de nieuwe uitzendkrachten in de onderneming en houdt hij rekening met deze uitzendkrachten bij de vaststelling van de aan te wenden middelen om de introductie in de onderneming te bevorderen.
15. In geval van een arbeidsongeval van een uitzendkracht moet de inlener, na alle dringende maatregelen te hebben getroffen en na het verlenen van de eerste hulp en de eventuele overbrenging naar een geneesheer of verzorgingsinstelling, onmiddellijk Het uitzendbedrijf inlichten en alle nodige informatie verschaffen voor het opstellen van de ongevalsmelding. Bij uitstel of verzuim hiervan kan de inlener rechtstreeks aansprakelijk worden gesteld.
De gebruiker bezorgt het uitzendbedrijf de nodige ingevulde en ondertekende werkpostfiches voor aanvang van tewerkstelling van de uitzendkracht. Wanneer een uitzendkracht van het uitzendbedrijf betrokken wordt bij een arbeidsongeval, dan zal de gebruiker, na alle dringende maatregelen te hebben getroffen, onmiddellijk het uitzendbedrijf verwittigen en door middel van het ter beschikking gestelde formulier de nodige informatie verschaffen voor het opstellen van de ongevalsaangifte. Conform art. 94 ter, § 1 van de Welzijnswet van 04/08/1996, onderzoekt de preventieadviseur van de gebruiker elk ernstig ongeval overkomen aan de uitzendkracht. Conform hetzelfde artikel § 2 neemt de preventieadviseur van de gebruiker contact op met de preventiedeskundige van Het uitzendbedrijf, waarbij deze laatste zijn medewerking verleent aan het onderzoek en waarbij maatregelen worden besproken teneinde gelijkaardige ongevallen met uitzendkrachten in de toekomst te vermijden. De preventieadviseur van de gebruiker maakt het omstandig verslag op. De respectieve maatregelen die op basis van dit verslag door de gebruiker en Het uitzendbedrijf zullen worden genomen, worden door hen aangebracht en ondertekend op het verslag dat finaal door de gebruiker naar de Federale Inspectiedienst wordt opgestuurd, en dit binnen de 10 dagen na het ongeval. De gebruiker verklaart hiermee op de hoogte te zijn van het K.B. van 25 april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van medewerkers met betrekking tot het welzijn op het werk. In concreto betekent dit dat de gebruiker instaat voor het onthaal en de begeleiding van nieuwe uitzendkrachten.
16. De inlener is als enige aansprakelijk voor het terugsturen van de ondertekende klantenfiche en (het toezicht op) het terugsturen van de ingevulde en ondertekende prestatiestaten of online registeren van de geleverde prestaties door de terbeschikkinggestelde uitzendkracht(en). Bij gebreke hiervan kan de inlener de niet-ondertekening niet ten nadele van Het uitzendbedrijf inroepen en factureert Het uitzendbedrijf de werkelijk door de uitzendkracht gewerkte uren, met als minimum de contractueel overeengekomen werkuren, aan de inlener. Bij een voortgezette terbeschikkingstelling, ononderbroken en aansluitend bij het voorgaande contract, op een of meerdere aansluitende dagen, zaterdag en zondag inbegrepen, onder dezelfde arbeidsvoorwaarden, wordt het voornoemde contract verlengd met deze dag(en) van terbeschikkingstelling, op voorwaarde dat de inlener daags voor deze voortgezette terbeschikkingstelling voor 17.00 uur per fax het uitzendbedrijf inlicht.
17. Door de prestatiestaat te ondertekenen, bevestigt de inlener de juistheid van de opgegeven gewerkte uren en de uitvoering van de werkzaamheden die door de uitzendkracht verricht werden. Deze ondertekening vindt onverwijld plaats na afloop van de gewerkte uren, die beschreven worden op de betreffende prestatiestaat, opdat de inlener een vlotte en correcte afhandeling van de loonbetaling door Het uitzendbedrijf geenszins in de weg staat. De inlener kan de geldigheid van de ondertekening door zijn aangestelden of mandatarissen niet betwisten.
Bij automatische verwerking van gewerkte uren gaat de inlener steeds akkoord met de gegevens van de gewerkte uren zoals deze op geautomatiseerde of elektronische wijze worden doorgegeven aan het uitzendbedrijf, tenzij schriftelijk anders wordt overeengekomen. Alleen de inlener is aansprakelijk bij fouten in de geautomatiseerde verzending.
18. De facturatie geschiedt op basis van de gewerkte uren zoals vermeld op de prestatiestaten of zoals op elektronische wijze doorgegeven door de inlener, met een minimum van de door inlener aangevraagde uren, behalve wanneer er minder uren gewerkt werden door het uitsluitende toedoen van de uitzendkracht en indien voldaan werd aan de informatieverplichting die bepaald wordt in artikel 5 van deze voorwaarden. Bij gebrek aan door de inlener ingevulde en ondertekende prestatiestaten wordt de facturatie uitgevoerd op basis van de werkelijk door de uitzendkracht gewerkte uren, met een minimum van de door de inlener aangevraagde uren. In dit kader worden alle door de inlener aan zijn vast personeel toegekende en verloonde vrije uren en dagen zoals extralegale feestdagen, vakantiedagen, brugdagen, enz., waar de uitzendkracht ook recht op heeft, eveneens beschouwd als gewerkte uren en als dusdanig gefactureerd aan de inlener. Deze aanvankelijke factuurprijs wordt verhoogd met de overeengekomen coëfficiënt en/of het overeengekomen tarief. Deze coëfficiënt en/of dit tarief worden door het uitzendbedrijf eenzijdig verhoogd in geval van stijging van de directe of indirecte werkgeversbijdragen evenals van alle mogelijke andere factoren die de werkelijke loonkosten bepalen. Dit tarief wordt eveneens door het uitzendbedrijf eenzijdig verhoogd bij stijging van het basisloon van de uitzendkracht als gevolg van de indexaties van de lonen en de conventionele loonsverhogingen die van toepassing zijn bij de inlener.
De facturatie geschiedt met inbegrip van de overige looncomponenten zoals bepaald in artikel 13 van deze voorwaarden en de andere schriftelijke prijsafspraken, en met inbegrip van de toepasselijke btw. Voor bijzondere werkzaamheden (zoals overuren, werk in ploegen, bij nacht, op zon- en feestdagen, enz.) wordt de uitzendkracht vergoed overeenkomstig de bij de inlener terzake toepasselijke wet en/of CAO. De aldus te betalen loontoeslag wordt aan de inlener gefactureerd met dezelfde coëfficiënt als de coëfficiënt die toegepast wordt op het basisloon van de uitzendkracht of als de coëfficiënt die gebruikt wordt voor de berekening van het tarief. Naar aanleiding van de dimona wordt een forfaitair bedrag per gewerkt uur op de facturen vermeld, tenzij anders overeengekomen. Deze dimonakost zal elk jaar wijzigen ten gevolge een indexatie die in het begin van ieder kalenderjaar zal worden toegepast.
19. Alle klachten betreffende de facturen moeten het uitzendbedrijf binnen acht kalenderdagen na de factuurdatum per gemotiveerd aangetekend schrijven bereiken. Na deze termijn is de klacht onontvankelijk.
20. De facturen van het uitzendbedrijf zijn betaalbaar 15 dagen na factuurdatum, netto en zonder disconto, behoudens andersluidende schriftelijke overeenkomst. Bij betaling anders dan door cash, overschrijving, domiciliëring of cheque worden de kosten van inning ten laste gelegd van de inlener. Laattijdige betalingen geven zonder verwittiging of ingebrekestelling recht op nalatigheidsintresten ten belope van 10%. Tevens is het uitzendbedrijf gerechtigd van rechtswege en zonder voorafgaande ingebrekestelling, een forfaitaire schadevergoeding ten belope van 10% op het factuurbedrag, en zulks met een minimum van 125,00 EUR en een maximum van 2.500,00 EUR. Daarnaast is zij gerechtigd, bij invordering, alle door haar gemaakte gerechtskosten terug te vorderen. De wissels van het uitzendbedrijf brengen hierin geen enkele afwijking mee en scheppen geen enkele schuldvernieuwing. Elke schriftelijk toegekende betalingsmodaliteit komt van rechtswege te vervallen zodra het uitzendbedrijf moet overgaan tot het invorderen via gerechtelijke weg van openstaande facturen ten laste van de inlener. Bij schriftelijke ingebrekestelling, in geval van geprotesteerde wissels of ongedekte cheques, in geval van dagvaardingen van de rsz of andere tekenen van dubieuze solvabiliteit van de inlener, vervallen de door het uitzendbedrijf toegekende betalingsmodaliteiten eveneens van rechtswege. In zulke gevallen worden alle facturen (zelfs de facturen die niet vervallen zijn) eveneens van rechtswege opeisbaar.
De uitzendkracht is niet gemachtigd facturen te innen. In geval van niet-betaling van de factuur(en) binnen de vervaltermijn stuurt het uitzendbedrijf via allerlei geschikte middelen (brief, e-mail, enz.) een aanmaningsbericht(en) naar de ingebreke blijvende klant. Deze herinneringen geven aanleiding tot de aanrekening van forfaitaire administratiekosten. Bovendien behoudt het uitzendbedrijf zich het recht voor om artikel 1289 Burgerlijk Wetboek inzake schuldvergelijking toe te passen. Dit artikel behoudt zijn uitwerking in geval van toepassing van de Wet Continuïteit Ondernemingen.
21. Indien de inlener zijn wettelijke verplichtingen of de algemene voorwaarden niet nakomt, alsmede in geval van wanbetaling, heeft het uitzendbedrijf het recht, zonder dat het aangesproken kan worden tot de betaling van enige schadevergoeding, de lopende overeenkomsten als ontbonden te beschouwen en zijn uitzendkrachten onmiddellijk terug te trekken. Alle schade die het gevolg is van voorgaande is ten laste van de inlener.
23. In geval van voortijdige afwerving geldt het volgende. Indien de inlener vóór het einde van een minimumperiode van vier maanden terbeschikkingstelling, zonder tussenkomst van het uitzendbedrijf, een arbeidsverhouding aangaat met de uitzendkracht voor dezelfde of een andere functie, moet de inlener aan het uitzendbedrijf, bij wijze van vergoeding voor
geleden schade, een werkingskost betalen die gelijk is aan 20% van het brutojaarloon van de betrokken uitzendkracht.
Het uitzendbedrijf behoudt zich het recht voor om een hogere vergoeding te eisen als het kan bewijzen dat de schade die het geleden heeft, de bovenvermelde vergoeding overtreft. De inlener is deze vergoeding ook verschuldigd indien de uitzendkracht, nadat de terbeschikkingstelling beëindigd is, een arbeidsverhouding met de inlener aangaat voor zover er
tussen de eerste dag van uitzending en de eerste dag van de arbeidsverhouding met de uitzendkracht nog geen vier maanden verstreken zijn. De inlener verbindt zich ertoe het uitzendbedrijf op voorhand schriftelijk op de hoogte te brengen van zijn voornemen om met de uitzendkracht een arbeidsverhouding aan te gaan.
Onder het aangaan van een arbeidsverhouding met de uitzendkracht wordt verstaan:
- het aangaan van een arbeidsovereenkomst door de inlener met de uitzendkracht;
- het laten ter beschikking stellen van de uitzendkracht aan de inlener door een derde (onder andere een ander uitzendkantoor);
- het aangaan van een aannemingsovereenkomst met de uitzendkracht of met een derde die hiertoe de uitzendkracht in dienst genomen heeft;
- het aangaan van een arbeidsverhouding door de uitzendkracht en een derde, waarbij de inlener en die derde tot dezelfde groep behoren, moeder- of dochtervennootschap van elkaar zijn of verbonden of geassocieerde vennootschappen zijn, overeenkomstig titel II, hoofdstuk II van het Vennootschapswetboek.
Onder uitzendkracht wordt verstaan:
- de door het uitzendbedrijf geselecteerde uitzendkracht die met een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid ter beschikking gesteld werd aan de inlener;
- de kandidaat-uitzendkracht die door het uitzendbedrijf werd voorgesteld aan de inlener.
Onder brutojaarloon van de uitzendkracht wordt verstaan:
- indien de uitzendkracht reeds gewerkt heeft: het laatst geldende bruto-uurloon x het in de sector van de inlener geldende gemiddelde aantal werkuren per week x 4,33 x 13,92;
- indien de kandidaat-uitzendkracht nog niet gewerkt heeft: het bij de inlener voor de betreffende functie geldende brutoloon (met als minimum de loonschalen van het Paritair Comité van de inlener) x het in de sector van de inlener geldende gemiddelde aantal werkuren per week x 4,33 x 13,92.
24. Bij eenzijdige verbreking van het contract, zonder voortijdige afwerving, geldt het volgende.
Op grond van artikel 1226 en volgende van het Burgerlijk Wetboek moet de inlener die eenzijdig en voortijdig de overeenkomst verbreekt, aan het uitzendbedrijf een forfaitaire schadevergoeding betalen die gelijk is aan de som van de facturen die het uitzendbedrijf opgemaakt zou hebben indien de overeenkomst volledig werd uitgevoerd, met een minimum van 125 euro per kalenderdag. Dit geldt evenzeer in geval van nietigheid van de overeenkomst tussen de inlener en het uitzendbedrijf als gevolg van de niet-naleving door de inlener van de hem opgelegde wettelijke verplichtingen of als gevolg van foutieve inlichtingen die door de inlener verstrekt worden bij het sluiten van de desbetreffende overeenkomst.
Het uitzendbedrijf behoudt zich echter het recht voor om een hogere schadevergoeding te eisen op voorwaarde dat het de omvang van de schade kan bewijzen.
25. Deze algemene voorwaarden mogen geen enkele doorhaling bevatten en hebben voorrang op alle andere. Een afwijking van deze algemene voorwaarden is slechts mogelijk indien deze afwijking schriftelijk wordt overeengekomen.
26. In geval van betwisting en/of wanbetaling zijn uitsluitend de rechtbanken van het arrondissement van de maatschappelijke zetel van het uitzendbedrijf bevoegd.